Geschiedenis

De geschiedenis van Reahûs hangt nauw samen met de geschiedenis van de Rooms Katholieke parochie en de Reformatie. Het dorp is in de 17de eeuw als gehucht bij Oosterend ontstaan na de Reformatie . In die tijd was het Katholieken verboden hun geloof openbaar te praktiseren. Dus namen de gelovigen in 1709 hun toevlucht tot een schuilkerk, een woning aan de Slypstervaart. op de Oude Pôle. Nadat dit schuilkerkje was omgevormd tot een kerkgebouw met rode dakpannen, werd dit het Rode Huis genoemd. Pas eind 19de eeuw, toen het de Rooms Katholieke kerk weer toegestaan werd om kerken te bouwen , is de huidige neo-gotische kerk Sint Martinus verrezen. (1892) en werden rond deze kerk diverse huizen gebouwd.

Op 2 mei 1955 kreeg Reahûs de dorpsstatus.

In de loop van de tijd zijn de winkels uit het dorp verdwenen. Het café bleef. Ook is er nog altijd een Rooms Katholieke basisschool. Het dorp telt ongeveer 180 inwoners.

Door Reahûs lopen twee belangrijke wegen. Ten eerste een waterweg: de Franekervaart en ten tweede, haaks daarop, de Slachtedyk.

De Slachtedyk stamt uit de tijd van de bedijking van de Middelsee, rond de 11de de en 12de de eeuw. Een van de polders binnen de Slachtedyk is de Oosterender polder. Daaraan liggen Hidaard, Easterein, Rien, Itens en Lutkewierium , die al meer dan 60 jaar parcours van de Ronde van Reahûs is geweest . Aan de prachtige Franekervaart te Reahûs is nu Camping “De Finne” ontstaan.

Bronnen:

  • Het geheim van de Oude Polle door pastoor M.H. de Vries, 1987
  • Jubileumuitgave van de dorpskrant it Bochtwurk bij het 50-jarig bestaan van het dorp.

Sint Martinuskerk

De neogotische pseudobasiliek uit 1892 werd ontworpen door de architect Alfred Tepe. Het was de laatste van de vier kerken die hij in Friesland bouwde. Restauraties vonden plaats in 1968 en 1990.

De neogotische kansel is van 1901. Het hoogaltaar uit 1900 en de zijaltaren zijn van atelier Mengelberg te Utrecht. Het kerkorgel uit 1928 werd gebouwd door de Gebr. Adema te Leeuwarden. De gebrandschilderde ramen dateren van verschillende periodes. In het schip zijn de acht zaligsprekingen afgebeeld en bij het hoogaltaar afbeeldingen van de bisschoppen Willibrord en Bonifatius. Van Martinus zijn een aantal beelden aanwezig, waaronder één te paard.